Italiaanse Geheimtipp en Haagse begijntjes

Wanneer ik in het buitenland ben geniet ik van de verschillen en doe ik inspiratie op.
Net als een kind dat zich onbevangen laat verrassen en op ontdekkingstocht gaat.

Zo ook op een korte skivakantie in het Italiaanse Oulx.
Door een toevallige samenloop van omstandigheden kwam ik er terecht. Het is gelijk mijn Geheimtipp: check in bij hotel Chez nous en laat je op 10 autominuten verder verrassen door een ontzettend leuk skigebied met een fantastische sfeer.

Niet alleen het skigebied, ook het wandelen door het oude deel van het kleine Oulx, verraste me.
Ik heb dat vaker ervaren in Italiaanse steden: je loopt rond, je vindt een doorgang of steegje en er blijkt een verrassend, nog te ontdekken binnengebied achter te liggen.
Niet alleen dat verborgene spreekt tot de verbeelding (“wat ligt er daar om de hoek”), ook het soms semi-openbare karakter draagt eraan bij (spannend: “is het wel de bedoeling dat ik hier kom?”).

Wat ik er ook aantrekkelijk aan vind: het geeft geborgenheid en kwaliteit, zo’n gezamenlijk binnengebied. Toen ik in Oulx op zo’n ononttdekt binnengebied stond – compleet met klassieke waterpomp – vroeg ik me af waarom deze vorm van stedenbouw in Nederland nauwelijks voorkomt. Het zou ons Hollanders toch aan moeten spreken, het levert een efficiënt grid op waarbij veel en aantrekkelijke buitenruimte gecreëerd wordt.

Misschien moeten we bij de nonnen in de leer, want we beschikken bij ons, midden in steden wel degelijk over dit soort gebiedjes: de Begijnenhofjes.
Ik kan die in de Parkstraat in Den Haag aanbevelen, er is één onopvallende deur met nummer 41 t/m 61 waar iedereen aan voorbij loopt. Ga er binnen en laat je verrassen door de rust en prachtige beslotenheid. Laten we vaker, zeker als we in de stad kunnen ontwikkelen, zoals op oude bedrijventerreinen, deze stedenbouw in praktijk brengen. Ik ben voor!